Ook bekend als: Sleedoorn; Zwarte doorn
De vroegbloeiende Prunus spinosa is een waardevolle heester voor de ecologie: het is een bron van nectar en stuifmeel voor bijen in het voorjaar en een belangrijke voedselplant voor rupsen van veel motten en vlinders, waaronder de zwarte en bruine vlinder. Vogels nestelen tussen het dichte, doornige struikgewas en eten rupsen en andere insecten die zich in deze boom bevinden, maar eten ook de vruchten. De Prunus spinosa is een inheemse struik in Nederland en België en wordt zo’n 3-4 meter hoog en 3-4 meter breed.
Gewasgroep
Prunus spinosa is een is doornig vertakte, hoge struik en behoort tot de familie van Rosaceae (de rozenfamilie). In Nederland is deze pruimenboom ook wel bekend onder de naam sleedoorn.
Herkomst en historie
Prunus spinosa is in bijna heel Europa een algemeen voorkomend houtachtig gewas; van het Middellandse Zeegebied tot in Siberië en Iran. Het is de voorouder van de bij ons bekende gekweekte pruimensoorten. De bloemen en het blad van de sleedoorn dienden lange tijd als natuurgeneesmiddel. Ze veroorzaakten licht laxerende en vocht afdrijvende reacties.
Plantkenmerken
Hij heeft een rondvormige kroon met neergeboden takken onderaan de struik. De rechtopgaande takken zijn stijf en stug. De korte zijtakken eindigen in een stekel. De Prunus spinosa is bladverliezend. Het groene blad staat verspreid en verschijnt pas na de bloei aan de boom. In de herfst verkleuren de bladeren in prachtige combinaties van geel, oranje en rood. De bladeren zijn eivormig en langwerpig, rondom getand en aan de onderkant behaard. Hij bloeit in maart-april rijkelijk met kleine, witte bloemen. Ze bloeien alleenstaand of in bundels. Een bloeiende sleedoornstruik ziet er prachtig uit en geurt heerlijk en lokken hiermee vele bijen, vlinders en vogels en zijn een aanwinst voor iedere tuin. De vruchten van de sleedoorn zijn kleine, ronde blauwzwarte bessen, de (slee)pruimen. Ze worden gebruikt om onder andere heldere gelei en likeur van te maken.
Toepassing en nazorg
De sleedoorn vormt een stijve, dichtbegroeide heester met lange doornen en kan daarom goed als omheining of afrastering worden gebruikt. Het is tevens een uitgesproken nestelhout en windvang-gewas. Vanwege de wijdrijkende wortels is het een uitstekende bodembevestiger en is hij geschikt voor aanplant op droge hellingen. Het hout is zeer hard en onder meer populair om wandelstokken van te maken. De sleedoorn houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon en is uitstekend winterhard (zone 4).
Deze plant is ook verkrijgbaar als:
Plantenkenmerken
Herkomst
Botanische benaming | Prunus spinosa op stam |
---|---|
Nederlandse benaming(en) | Sleedoorn; Zwarte doorn |
Gewasgroep | Heesters |
Familie | Rosaceae, Rozenfamilie |
Herkomst | Noord-Azië; Europa |
Extra informatie | Trees and Shrubs Online |
Wikipedia |
Vorm / Maat
Natuurlijke vorm | Rondvormig |
---|---|
Volwassen hoogte | 3-4 m |
Volwassen breedte | 3-4 m br. |
Plantkenmerken
Bladkleur | Groen |
---|---|
Wintergroen | Bladverliezend |
Herfstverkleuring | Geel, Oranje, Rood |
Bloemkleur | Wit, Opvallende bloei |
Groeikracht | Gemiddelde groeisnelheid |
Bloeiperiode | Maart, April |
Vruchtkleur | Blauw, Zwart |
Biodiversiteit | Drachtplant voor bijen en/of hommels, Schuil- en nestplaats, Voedselplant voor vogels, Waardplant voor insecten |
Standplaats
Winterhardheid
Meer over >winterhardheid
|
Zeer goed (zone 5) |
---|---|
Lichtbehoefte | Zonnig, Halfschaduw |
Grondsoort | Licht (zandig), Medium (lemig), Zwaar (kleiig) |
Ph-waarde bodem | Kalkrijke grond |
Verharding
|
Verdraagt geen verharding |
Windbestendigheid | Verdraagt wind matig |